Bijeenkomst van klassieke schepen: Duinkerke, Gravelines en Blankenberge.

Reisverslag van de Lady Chris: het zeilseizoen 2014 begint goed!

Op 15 mei zit het tij vanaf 06.00 u. reeds richting Frankrijk. We gooien om 06.30 u. los om zo de sterkste stroming mee te hebben om deze 15 mijl af te leggen. De wind is NNW, dit betekent dat we de Zuydcoote Pas, de enige plaats waar we moeten opletten voor ondieptes, zeilend kunnen afleggen. We laten de Trappegeer aan bakboord, evenals de E 11.
De E 10 ronden we aan stuurboord en zo komen we in de Passe de l’Est: het smalle vaarwater dat ons probleemloos naar Duinkerke lijdt.Om in de Bassin du Commerce te geraken moeten we de grote beroepssluis Ecluse Trystran passeren. Veel voorzieningen voor kleine schepen zijn hier niet, we bevestigen de Lady Chris aan 2 dikke stalen kabels en proberen zo haar romp te beschermen tegen de talrijk aanwezige mosselen. Eenmaal op onze ligplaats wordt het een blij weerzien met de talrijke captains van Klassiekers. Daarna is het 4 dagen feest vieren en vergapen aan de verscheidenheid van de knappe oude dames. Weer liggen er schitterende juweeltjes te pronken!

Maandag 19 mei keren we terug naar Nieuwpoort. En ja hoor, de wind is oost, 3 tot 4. De windkracht is perfect, alleen de richting is niet ideaal. Niet getreurd, we hebben stroom mee vanaf 10.00 u. Samen met de Nele uit Oostende en de Zeezot, een autentieke langoustier uit Bretagne gaan we door de sluis. Ditmaal hebben we het gemakkelijk: we mogen ons vastleggen aan grote zus Nele om de versassing ontspannen te beleven. Daarna is het wel opkruisen naar Nieuwpoort. De 15 mijl worden zo 30 mijl, maar na een schitterende zeildag bereiken we om 17.00 u. onze ligplaats.

Gravelines

De week daarop varen we af naar Gravelines. De weersvoorspellingen zijn ZZW 4, pieken van 5. Voor het comfort wordt een eerste rif in het grootzeil gestoken. Ditmaal is de Zuydcoote Pas bezeild en met een flinke zet van de stroming tegen onze kont, zeilen we er zeer vlot door. De wind neemt toe waardoor we meer dan 6 knopen door het water halen. Over de grond bereiken we zelfs 8.7 knopen. Voorbij Duinkerke neemt de wind nog toe en wordt nu 5 pieken 6. We gaan bijliggen en steken een tweede rif. Ondanks de vermindering van het zeiloppervlak, daalt onze snelheid niet. Op de windmeter meten we nu constant 6 Bf.

Vele schepen die samen met ons vertrokken, zien we terugkeren en Duinkerke binnenlopen. We staan voor de keuze: hetzelfde doen of verder varen richting Gravelines. Onze barometer is echter van 1003 naar 1005 gestegen. De Franse weersberichten op de marifoon beloven ons afnemende wind 4 tot 5, waardoor we besluiten, gezien de geringe golfslag, om verder te zeilen. Heel de tijd vaart de Franse reddingsdienst naast ons. We vragen ons af: komen ze ons bootje bewonderen of zijn ze er niet gerust in? Maar na een kwartier en een vriendelijke zwaai keren ze terug naar Duinkerke.

Onze Tradewind heeft al door zwaardere weersomstandigheden moeten varen! Daardoor komen we veel te vroeg aan voor Gravelines: we kunnen pas vanaf 17.00 u. het lange kanaal van de Aa opvaren. We moeten dus minstens nog twee uren wachten. Niet getreurd, de zee is plat, de wind constant en we varen een paar keer over en weer in de baai voor Gravelines. Langzaam zien we de ene na de andere deelnemer aan deze bijeenkomst aankomen. Voor iedereen hetzelfde probleem: te vroeg om binnen te lopen. Maar, wat een schitterend zicht: al die klassiekers bijeen die onder zeil heen en weer varen voor Gravelines.

Na overleg met de havenmeester mag de Lady Chris als eerste het kanaal op omdat zij blijkbaar de minste diepgang heeft. Eenmaal in de jachthaven worden we hartelijk verwelkomd door François de organisator. Het worden weer vier dagen van blij weerzien en feesten. Zondag na de parade varen we onmiddellijk door richting Nieuwpoort. François verwittigt ons nogmaals om zeker niet tussen de noordelijke kwadrantboei en de haveningang te varen: bij hoog water zie je de stenen muur eronder niet. We volgen zijn goede raad op en bereiken probleemloos Nieuwpoort na een dagje zeilen met alle mogelijke windrichtingen en –krachten. Gelukkig hoeven we de motor niet aan te zetten.

Blankenberge

Op woensdag 28 mei vertrekken we naar Blankenberge. De wind is ZW 2 tot 3. Weer zorgen we ervoor dat we stroom mee hebben. Dit was echter zonder het Belgische leger gerekend! Bij het buitenvaren van Nieuwpoort zien we het oranje bord in de geul openstaan: dit betekent dat er schietoefeningen voor Lombardsijde plaatsvinden. We roepen kanaal 67 op en krijgen volgende boodschap: kompasvoorligging 290° tot 4 mijl buiten de kust. Na ongeveer een uur zeilen bereiken we deze viermijlszone en horen dan, dat de schietoefeningen  beëindigd zijn! Het taalgebruik van de schipper wordt hier even gecensureerd…  Omdat de wind nooit boven 3 knopen geraakt, besluiten we om de genua te plaatsen ter vervanging van fok en kluiver. Zo geraken we op ons dooie gemak ter hoogte van de Wenduinenbank. Omdat we ditmaal nooit boven de 4 knopen zijn geraakt, begint de stroming al tegen te zitten. De genua wordt opgeruimd en de laatste 3 mijlen leggen we op motor af.

Alweer wacht ons een bijzonder hartelijk onthaal in Blankenberge. Zowel Peter, de organisator , als de havenmeesters doen er alles aan om het naar onze zin te maken. Iedere dag zijn er voor de captains en hun bemanning andere activiteiten voorzien. Een BBQ, een kroegentocht, een wedstrijd radio gestuurde bootjes varen, een pijprokerswedstrijd, pikante verhalen over varen op de Noordzee… Het hoogtepunt van de activiteiten is weer eens de parade. Weer genieten we van een hele reeks prachtige klassiekers die voor de kust van Blankenberge varen. Zelfs de Nederlandse reddingsdienst neemt deel aan deze activiteit. Bij het binnenvaren worden we op warm applaus ontvangen door de mensen op het staketsel en de kade.

DEEL II   GREAT BRITAIN

Tijdens de verschillende bijeenkomsten van de klassiekers, hebben we Hilde en Jos, schippers van de Theodosia, beter leren kennen. Hun schip is een Falmouth Working Boat, met dezelfde roots dan onze Atoll. We spreken af om samen de tocht naar Engeland te ondernemen. Met vier overleggen we hoe wij op de veiligste manier kunnen oversteken. Twee voorstellen liggen op tafel: varen via Duinkerke , Doover en zo naar Ramsgate, ofwel in één keer vanuit Nieuwpoort naar Ramsgate.

Ramsgate

Het tij is gunstig vanaf 08.00 u. We besluiten daarom de 52 mijl naar Ramsgate in één keer af te leggen. Doordat de dagen nog aan het lengen zijn, komen we zeker nog bij daglicht aan. Na 4 uren varen bereiken we de noordelijke kwadrant Ruytingen Noord. Daar steken we reglementair over, d.w.z. dat we geen compensatie uitvoeren voor de stroom. De wind waait ZW 4. We halen probleemloos 6 knopen met grootzeil, fok en kluiver. Na iets minder dan 3 uur bereiken we de rode Midfalls boei en zijn dan uit de Traffic Lines. Uit het verleden leerden we van zeker niet te vroeg uit te wijken voor de beroeps. Koers houden en slechts op het laatste moment op de kont mikken om zo veilig achter de stalen reuzen door te varen. Terug een beetje oploeven, en je bent zo weer op de goede koers.
Van de Midfalls naar de Goodwin Knoll, onder deze boei bevinden zich de Goodwins; beruchte zandbanken waar talrijke wrakken liggen. De stroming is westelijk en zet ons af richting zandbanken. We varen zo hoog mogelijk. De wind neemt toe en het blaast nu een goede 5 Bf. Nog altijd staat het volledige tuig. Soms komt het water over boord.Eigenlijk wil de schipper wel een rifje steken, maar dan verliezen we hoogte. Dankzij het vertrouwen, opgebouwd gedurende jaren zeilen op de Noordzee, weten we dat onze Atoll deze wind nog probleemloos aankan. Het logboek meldt 6.5 door het water. Zo bereikt de Lady Chris de geul die naar Ramsgate leidt. Zeilboten moeten de rode boeien aan stuurboord laten en absoluut uit de geul blijven! In het verleden zondigden we wel eens tegen deze regel, met een boze oproep van Ramsgate Port Control als gevolg. Bij het bereiken van de rode nummer zes vragen we beleefd of we binnen mogen, want de lichten staan op rood. Ja hoor, het mag en we krijgen drie maal groen. Door het verdwijnen van ferry’s is het nu heel wat rustiger in Ramsgate. Zowel aan de haveningang als in de haven zelf liggen een paar groene boeien. De Reeds schrijft dat daar zandbanken zijn, dus best groen op groen, rood op rood. “Choose any box on pontoon E”, meldt ons de havenmeester via VHF. Lege boxen genoeg en enkele minuten later ligt Lady Chris vastgemeerd, met Theodosia als buurvrouw.

De volgende ochtend krijgen we de weersberichten om 08.10 u.(UTC +2) op kanaal 23 niet door. Niet getreurd, de afvaart is gepland om 10.00 u., de harbor master zal ons wel weersberichten kunnen geven. Pech: kantoor gesloten, enkel de weersberichten van de dag voordien hangen uit. Geen Wifi in de haven en dus kunnen we ze ook op de iPad niet raadplegen. Bij het hoofdkantoor krijgen we de melding dat daar alleen maar betaald kan worden, maar dat er geen weersberichten te verkrijgen zijn!  Voor 24 pond per nacht vinden we dit toch een bijzonder beperkte service . Na een uurtje zoeken wordt de havenmeester gevonden, de weersberichten klinken niet rooskleurig: ONO met later toenemende wind 4 tot 5 en vanaf 19.00 u. met gale warning (8bf).

Met de iPad wordt vlug berekend dat we reeds in de monding van de Thames zullen zijn voor de wind te erg toeneemt. Dus vlug losgooien en op weg naar Queenborough! Het is één uur voor laag water Margate. De stroming zit zuidelijk, dus nog wat tegen. Na twee uren varen is de East Margate in zicht en zien we dat, met het opkomend water, de stroming ons al zeer goed in het Queens Channel zet. Even opletten voor de talrijke windmolenparken! De navigatie is niet moeilijk: het is van boei naar boei, en in de verte staan reeds de meer dan 70 jaar Red Sand Tower de weg te wijzen. Deze torens dienden om de V1’s af te schieten die tijdens WOII naar Londen werden gevuurd.

Voorbij deze torens wijst de enorme schouw van Grain Tower ons de weg. Rond 18.00 u. liggen we dankzij onze “wonder”haak zonder problemen vast aan een mooring in Queenborough. De wind haalt nu een dikke zes. Toch wordt er rustig geslapen.

Thames

De volgende ochtend geeft de marifoon ons dit weerbericht: W 5, pieken 6. Het is hoogwater Sheerness om 12.30 u. De boordbarometer is vannacht niet meer gezakt, en het laatste uur zelfs lichtjes gestegen. De tocht is landinwaarts, daarom is de windkracht niet echt een probleem. Het is nog een uur varen op de Swale, pas daarna komen we terecht in de monding van de Thames. De afvaart wordt gepland 1 uur voor laagwater, zodat we dat uurtje nog een beetje stroming mee hebben en bij het bereiken van de Red Sand-Bank we volle 6 uur stroom mee hebben om naar Londen te varen. Aan de monding van de Thames ligt een schip dat zonk tijdens WO II. Het zit nog vol munitie en ieder jaar verschijnt er in de komkommertijd een artikel in de Britse pers, dat het elk ogenblik zou kunnen ontploffen. Ons probleem is echter waar we van de Swale naar de Thames oversteken, want tussen deze twee rivieren is het redelijk ondiep. Omdat het laag water is als we daar zijn, besluiten we voorbij het historisch wrak over te steken. Dit is echter een omweg van vier mijl. Onafgezien van een sterke tegenwind verloopt de tocht naar Londen probleemloos. We blijven zolang mogelijk met de rode tonnen aan stuurboord, en steken over op de aangewezen plaats naar de groene kant. Bij het naderen van Londen verdwijnen de grote beroepsschepen en worden deze vervangen door snelle waterbussen. Nog even de Thames Barrier oproepen om toelating te vragen om er door te varen en een beetje later bevinden we ons voor het sluisje van South Dock Marina.

Weer een nieuw probleem: de havenmeester oproepen. Hij luistert uit op kanaal 80; niet toegelaten in België. Ook op GSM krijgen we geen antwoord: later zou blijken dat juist die dag hun telefoon defect was. Geen nood: een paar krachtige stoten op de toeter en na 10 minuten verschijnt de havenmeester. Als we in de sluis liggen verontschuldigen deze zich uitvoerig om ons even te laten wachten. We worden ongelooflijk vriendelijk ontvangen en krijgen een ligplaats voor zeven dagen.

Dit is een ideale periode om Londen te bezichtigen omdat er enorm veel te bezoeken valt, je met een Oysterkaart redelijk goedkoop gebruik kan maken van de Tube en je in South Dock Marina zeven dagen kan liggen voor de prijs van vijf.De volgende dagen  ontdekken we, ondanks meerdere vroegere bezoeken aan Londen, nog steeds nieuwigheden. Eén hoogtepunt willen we jullie zeker aanraden: de Stables van Camden Market en daar in het bijzonder Cyberdog (wel niet geschikt voor jonge kinderen)!

Woensdag 11 juni verlaten we één uur voor hoogwater South Dock Marina rond 13.00 u. Ditmaal is de wind ZW 2 tot 3. Door het kronkelen van de Thames wordt er afwisselend gezeild of gemotord. Het laatste stuk is wel bezeild. Wij zijn nu één uur voor laag water Sheerness aan het gezonken schip en wagen we het om voor het wrak,  de Thames over te steken naar de Swale. De dieptemeter wordt nauwlettend in het oog gehouden, maar nooit meldt hij ons minder dan 3 m.

Na een rustige nacht varen we naar Chatham, windkracht 0. De 8 mijl worden met stroom mee echter snel afgelegd  en om 10.00 u. , 2.30 u. na laag water Sheerness bereiken we de sluis van Gillingham Marina. Weer hetzelfde probleem met marifoonkanaal 80 en weer zorgt de toeter voor de oplossing! Zwarte pijlen in de sluis duiden aan waar er zich, min of meer verborgen, stalen kabels hangen om je schip aan vast te maken. Stevig vastmaken is een must, want het kolkt behoorlijk in de sluis!

De volgende dagen bezoeken we het maritiem museum van Chatham, waar De Ruyter nog altijd een bekende figuur is, waaraan de Britten liever niet herinnerd worden! Ook bezoeken we met openbaar vervoer Rochester waar Dickens enkele van zijn romans schreef.

Omdat Wifi in de jachthaven redelijk duur is, vinden we op vijf minuten afstand de gelegenheid “ Bistro” met gratis Wifi. Tot onze verbazing is dit het cafetaria van het lokaal bejaardentehuis. We worden er met open armen ontvangen, de prijzen voor drank en maaltijd zijn uiterst sociaal  en de twee schippers hadden onmiddellijk succes bij de lokale schonen van ruim over de 80 jaar! Dus aan te bevelen voor wie deze Marina bezoekt.

De volgende dagen waait het behoorlijk. Wanneer we op dinsdag in de late namiddag willen vertrekken naar Queenborough, staat er een oostenwind 6Bf. Het landschap is echter zeer mooi en we willen deze tocht zeilend afleggen. Het grootzeil krijgt een tweede rif en zo kruisen we op, met stroom mee, naar Queenborough. We genieten volop van dit tochtje, want er staat geen golfslag.

Woensdag is het de bedoeling om naar Ramsgate te varen. De weersberichten geven NNO 5 tot 6, maar afnemend tegen het einde van de dag. De vraag is: doorgaan of blijven liggen. Weer eens wordt de boordbarometer geraadpleegd en deze staat reeds meer dan 24 u. op 1025 hPa. Dus het tweede rif blijft in het grootzeil en weg zijn wij! Weer eens passeren we de indrukwekkende Red Sand Towers, de wind volgt de bevelen van de weerman op en wordt stapsgewijs NNO 4 Bf, waardoor het grootzeil zijn reven kwijt geraakt. Wanneer we afzakken naar de East Margate om zo naar North Foreland te varen, komt er een enorm zwart en rood vrachtschip op minder dan 100 m evenwijdig met ons, en met gelijke snelheid van 5.5 knopen varen. Verdorie, zo neemt het de wind uit ons zeil! Gelukkig beslist het na een half uurtje om het anker uit te gooien en pakken we weer wind. De stroming staat nu sterk zuidelijk en weer letten we op dat we niet afdrijven op de Goodwins. In Ramsgate bezoeken we de Royal Temple Yacht Club waar gratis Wifi te verkrijgen is. Omdat er nog eten overschiet na een feestje, wordt ons dit gratis aangeboden.

De volgende dag willen we van Ramsgate naar Nieuwpoort varen. De tocht bedraagt 52 mijl. We hebben de keuze om te vertrekken met stroom en te eindigen tegen stroom, of omgekeerd. De eerste keuze betekent echter om 05.30 u. opstaan. De dames beslissen zeer vlug dat het veel beter is om tegen stroom te vertrekken omdat ze zo rustig (?) kunnen uitslapen. Rond 10.00u., 5 u. na hoog water Doover, worden de trossen losgegooid. We hebben  nog een uurtje stroom mee in het kanaal van Ramsgate. De wind staat NNO, 2 à 3 We zeilen rustig tot aan de Traffic Lines, waar we de motor opzetten om toch onze 5 knopen te halen. Tijdens de overtocht zien we in de verte een beroeps aankomen. De schippers beslissen om op zijn kont te mikken. Maar op hetzelfde ogenblik zien we zeer duidelijk dat hij een paar graden uitwijkt om zo achter ons door te varen. Met deze dank aan de vriendelijke Kapitein van de Grimaldi Lines!!!

Na de Traffic Lines neemt de wind toe tot een constante NNO 4Bf. De laatste uren varen we 60° aan de wind met een snelheid tussen 5 en 6 knopen, wat een schitterend einde van een geslaagde tocht!

Ondanks het late uur beslissen de captains om de echtgenoten te trakteren op een etentje in een lokaal restaurant, zodat het feest compleet is voor iedereen!

Naar Londen met de boot: doen!